"Wanneer de meisjes stoppen met zingen, drogen de rivieren op"

Hanane Llouh is historica verbonden aan de Universiteit Antwerpen en schreef deze ode aan het Riffijns, de moedertaal van haar moeder. Op woensdag 22 februari, n.a.v. de Internationale Moedertaaldag, is zij een van de sprekers op Izran - Poëtische geschiedenis, een avond in De Roma gewijd aan de rijke orale geschiedenis van het Riffijns.

Mijn oom zei altijd: “Mocht de miserie in de wereld jou te veel worden, zet 2M op om die miserie te vergeten.” 2M is de Marokkaanse commerciële zender, waar er wel altijd door iemand wordt gezongen of gedanst. Afgaand op die zender is het leven één groot feest in Marokko. Dat is het jammer genoeg niet. Het land gaat de laatste jaren achteruit op het vlak van persvrijheid, scholingsgraad en mensenrechten. Marokkaanse jongeren dromen massaal van een nieuw leven in Europa. Jaarlijks wagen er steeds meer de gevaarlijke oversteek via de Middellandse zee naar Spanje. In de Rif, een regio in Noord-Marokko, wordt de Middellandse zee een ‘kerkhof van de jeugd’ genoemd.

Het leven is dus helemaal geen groot feest in Marokko, zeker niet in de Rif. Het is de regio waar ik ben geboren, mijn ouders zijn opgegroeid en mijn grootouders altijd hebben geleefd. Wanneer je vandaag door ons Riffijns dorp loopt, zie je tientallen lege huizen. Een deel vertrok richting grote steden zoals Nador, Tanger en Casablanca. Anderen, zoals mijn ouders, gingen voor een toekomst in Europa, België. Een land waar ze de mensen en de cultuur niet kenden en de taal niet spraken.

Vooral mijn moeder viel het zwaar. Haar hele leven in de Rif was opgebouwd rond spelen en zelfs toveren met de Riffijnse taal. Ze groeide op in een tijd waar de rivieren nog niet opgedroogd waren, de huizen nog niet leeg stonden en het dorp geen stilte kende, maar het lawaai van spelende kinderen en roepende moeders oorverdovend was. De meisjes gingen in grote aantallen met de was naar de dichtstbijzijnde rivier. Dit wasritueel was van groot belang voor de vrijgezelle meisjes. Het was aan de rivier dat ze kansen kregen om een oog te werpen op de meest begeerde vrijgezellen in het dorp. Het wasritueel werd begeleid door izran, poëtische liederen in het Riffijns, begeleid met tamboerijnen. Via die liederen lieten de meisjes merken op welke jongens ze een oogje hadden of welke jongens hun harten hadden gebroken door een onbeantwoorde liefde.

Niet enkel aan de rivier zong mijn moeder met haar vriendinnen de liederen. Elke gelegenheid die zich voordeed, grepen zij aan om de sociale normen uit te dagen. De samenleving leek aan de oppervlakte beperkend voor vrouwen, maar zij hadden dit machtige wapen. Het wapen van taal en liederen. Het waren vrouwen die tijdens de Spaanse en Franse kolonisatie via liederen geheime boodschappen brachten aan verzetsstrijders. Elke vrouw in de Rif kreeg via liederen de mogelijkheid om een verzetsstrijder te zijn. Er werd gezongen over pijn, verdriet, trauma, geluk, vreugde. Oorlogen werden uitgevochten, gewonnen en verloren door izran.

Huwelijken werden gepland, beklonken, maar ook afgebroken door izran. De vrouwen verloren deels deze macht en dit wapen door migratie naar een land waar een taal, die niet de hunne was, heerste. De tamboerijn verdween in de kast en werd er enkel uitgehaald tijdens speciale momenten in intieme kringen tussen vier muren. Het was belangrijker om te overleven in dit nieuwe land, dan te zingen. De meisjes en jongens vertrokken uit de Marokkaanse dorpen voor een leven elders. Er werden geen liederen meer gezongen aan de Riffijnse rivieren en de rivieren droogden op. Wanneer ik in ons leeg dorp rondloop, beeld ik mij de levendigheid in die mijn moeder kende. Ik vraag haar om te zingen wat zij en haar vriendinnen zongen tijdens het wasritueel:

“Ik ging naar de rivier rivier
De modder besmeurde me
De liefde besprenkelde me
met jouw schoonheid tijdens de avondval"