Bilal Ben Abdelkarim, docent burgerschap in Nederland, debuteert met Van dankbaar naar strijdbaar – Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme. In het boek blikt hij terug op de opkomst van extreemrechts sinds 9/11. “Alles waarvan rechtse politici ons beschuldigen – identiteitspolitiek, cultuurmarxisme – doen ze in feite zelf.” Op 15 mei komt de auteur naar De Roma voor een gespreksavond.
Tekst: Nawras Jebara in opdracht van De Wereld Morgen

“De wens om een boek te schrijven was er eigenlijk altijd al. Lezen vond ik geweldig, en vroeger schreef ik ook gedichten. Ik geef al jaren mijn mening op sociale media en ga graag in discussie met vrienden en collega’s over allerlei onderwerpen.”
“Die meningen en discussies zouden er misschien niet zijn als het politiek allemaal goed ging. Maar ik zag een duidelijke verrechtsing, en het werd alleen maar erger. Sinds de aanslagen op de Twin Towers op 11 september 2001 werd ik me daar echt bewust van. Die verrechtsing manifesteerde zich zeer concreet.”
“Ik herinner me nog goed dat de dag na de aanslagen een docent aan mij – en aan alle andere moslims in de klas – vroeg waarom moslims agressief zijn en waarom ze zo vaak aanslagen plegen. Islamofobie brak door, en het werd steeds normaler om daar openlijk voor uit te komen.”
“Dat viel samen met de opkomst van Pim Fortuyn, toen een invloedrijke rechtse politicus in Nederland. Hij sprak openlijk zijn haat uit tegen de islam en de islamitische cultuur. Tot dat moment had ik nauwelijks interesse in politiek, maar toen voelde ik me voor het eerst echt persoonlijk geraakt.”
“Ik heb die normalisering van extreemrechts gezien, maar ik merkte ook dat mijn mening begon door te klinken. Dat gaf me zelfvertrouwen. Ik besefte dat ik iets moest doen, dat ik impact wilde maken. Dat werd de aanleiding voor mijn boek. Ik begon na te denken over waar mijn ideeën vandaan kwamen. Voor het eerst analyseerde ik mezelf.”
Wat ontdekte je tijdens die zelfreflectie?
“Ik realiseerde me dat structureel racisme niet beperkt blijft tot Nederland – het is inmiddels wijdverspreid. Wat ik tijdens het schrijven van mijn boek nog niet helemaal besefte, is dat racisten vaak niet alleen spreken vanuit een gevoel van superioriteit, maar vooral vanuit een ideologie.”
“In Nederland hoorde je lang dat je zulke mensen beter geen aandacht kunt geven, dat het vanzelf zou verdwijnen. Maar dat bleek een serieuze onderschatting, als je ziet hoe groot en invloedrijk ze zijn geworden.”
“Die ideologie verbindt hen. Ze spreken van een cultuuroorlog. Dat inzicht opende mijn ogen: als je iets echt wil bestrijden, moet je begrijpen waar het vandaan komt. Dat was voor mij pas het begin – er valt nog zoveel meer te leren.”
Je boek is opgebouwd in drie delen: stam, natie, wereldgemeenschap.
“Die driedeling had ik al vrij vroeg helder voor ogen. Ik ben bij mezelf begonnen. Die structuur – ‘stam, natie, wereldgemeenschap’ – komt eigenlijk van de Arabisch-Europese Liga, een organisatie die in Antwerpen is opgericht en een eigen visie op de wereld uitdraagt.”
“Als moslim in Nederland ervaar je je identiteit op verschillende niveaus. In het eerste deel kijk ik naar mijn gezin: waar kom ik vandaan? Hoe ben ik gevormd? Dat is de basis, die direct invloed heeft op het tweede niveau – de natie.”
“In dat tweede deel behandel ik hoe de samenleving in Nederland en Vlaanderen verrechtst is, en hoe daarop is gereageerd. Vooral de Arabisch-Europese Liga heeft mij daarin beïnvloed. Mijn politieke bewustwording liep bijna gelijk met hun opkomst – dat heeft me diep gevormd.”
“In het derde deel van mijn boek verbreed ik het perspectief. Ik probeer te analyseren hoe de verrechtsing en racistische denkbeelden zo diep konden doordringen in onze samenleving.”
Lees het vervolg van het artikel op dewereldmorgen.be