Misschien zag je Jokke al eens euforisch over je TikTok-tijdlijn waggelen met zijn gejatte winkelkar, daarover later meer. Maar naast een beminnelijk internetfenomeen is Jokke een beminnelijke volkstroubadour. Na een uitverkochte AB verovert de kroonprins van de kleinkunst dit voorjaar ook De Roma met zijn meezingbare debuutalbum Verzamelwoede.
Tekst: Mathijs Minten
Jokke: “Zou ik om te beginnen een klein geheim mogen opbiechten? Ik had nog nooit een concert gezien in één van die magistrale zalen. Het Depot, de AB en binnenkort de Vooruit en De Roma, ik bewonder ze voor het eerst vanop het podium. Daar had ik als jonge snaak nooit van durven dromen.”
Wanneer hoorde je de lokroep van de bühne voor het eerst?
In de wieg, denk ik. Als kind was ik die typische klasclown en in vriendenboekjes schreef ik bij droomjob steevast ‘entertainer’. Een atypische keuze, want ik groeide op in een gemoedelijk gezin. Mijn vader denkt dat je toonladders vindt in de Brico en mijn moeder wandelt in een ruime boog rond elke spotlight, maar onlangs hoorde ik wel verhalen over mijn grootmoeder zaliger die in het weekend baldadig op de cafétoog danste. Ik weet niet of het zottigheid of zattigheid was, waarschijnlijk een combinatie, maar ik denk dat ik enkele van haar genen heb geërfd (lacht).
Op je paspoort staat Jonas Van Langendonck, als Leuvenaar moest je dus niet lang zoeken naar je artiestennaam.
Elke Jonas, Joris of Jozef staat hier bekend als Jokke, voor zolang ik me kan herinneren, draai ik mijn hoofd als iemand ’t joelt. Alhoewel, in de lagere school werd ik eventjes ‘Johnny’ genoemd en zelfs ‘Jonasty’ heeft even aangesleept, maar met zulke artiestennamen was ik eerder in de gabber- of technoscene terechtgekomen, vrees ik (lacht).Het doel van elke muzikant is zichzelf zijn — niet de beste, want dat bestaat niet in de kunst. Daarom vond ik het symbolisch mooi om m’n eeuwige roepnaam verder te zetten in mijn artiestenbestaan. Jokke, dat ben ík.

Zien we jou dan ook écht in de TikTok-video’s?
Het is een uitvergroot personage, maar in de kern zijn wij één. Het is gewoon ik met een extra schepje persoonlijkheid. Een individu bestaat sowieso uit meerdere facetten: ik praat anders met jou dan met mijn beste maat, maar ik blijf steeds mezelf. Ook op sociale media.Ik ben er heel dankbaar voor, want ik weet dat het me helpt om de zalen te vullen, ook al vergeet ik volgens mijn manager te vaak mijn muziek te promoten in de video’s (lacht). Het geeft me de mogelijkheid om heel dicht bij mijn fans te staan. Mijn muziek en parcours met hen kunnen delen, is het mooiste dat er is.
Die winkelkar waarmee je in je video’s ronddwaalt, heb je die gekocht?
Eerder ‘geleend zonder te vragen’ uit de kringwinkel in Leuven. Op een zonnige lentedag ben ik er slinks mee buitengewandeld. Ik kon niet anders, het was zo’n mooie metafoor voor mijn hoofd vol verhalen. Het zit ook niet zomaar volgestouwd met rommel, alle voorwerpen staan symbool voor een nummer op mijn plaat. De wandelstok symboliseert Eeuwig en altijd, een nummer over de ooit eindigende levenswandeling, en Kuis Uw Ziel gaat over de oorlog in je hoofd, dus daarvoor sleep ik een oorlogshelm uit de verzamelcollectie van mijn opa mee. Trouwens, niet zo lang geleden heb ik de kar stiekem weer achtergelaten waar ik ‘m gevonden had. Het personeel heeft niets gemerkt, of ze deden toch goed alsof (lacht).
Welk voorwerp beschrijft je favoriete song?
De klaproos, die staat voor het meest eerlijke nummer van de plaat: Verdwijnen is slechts een idee. Dat was het eerste nummer waarvan alles, tekst én muziek, volledig uit mijn koker kwam. Ik schreef het voor een jong meisje uit mijn geboortedorp. Ze was een van mijn allereerste fans, maar op een dag stond haar vader op mijn dorpel: of ik iets wou voordragen op haar begrafenis. (Stil) Samen met mijn pianist heb ik Leven om te leven, haar favoriete nummer, gezongen op de uitvaart.
Ik kreeg het niet uit mijn hoofd en moest alles van me afschrijven: ‘De zon plukt mijn ziel van mijn geraamte / geen wonder dat het miezert in uw tuin / op de mooiste van een heleboel papavers / Ik voel uw groene vingers op mijn huid.’ Doodgaan is niets meer dan veranderen van gedaante, want verdwijnen is slechts een idee. Dat lied ligt me heel nauw aan het hart, ik breng het altijd alleen met mijn gitaar. Dat is elke keer het tederste moment van de voorstelling